Ilirea’n’Along - aflevering 7
17 juli 20225 - 10 minutenWatte? Ilirea’n’Along. Spreek uit als: ielierééjanaalong. Het betekent: ‘De Ilireaanse taal’. En als je nog nooit van Ilirea hebt gehoord, kan dat kloppen; het land en de taal bestaan niet. Deze blogserie gaat over het maken van een verzonnen taal, ook wel ‘constructed language’ of ‘conlang’.
Wat vooraf ging
De vorige keer bespraken we het aspect in het Ilireaans. Om een verleden tijd te maken, moet je weten hoe je iets wilt uitdrukken. Gaat het om de duur, dat je ermee bezig bent geweest en niet om het resultaat? Dan gebruik je andere voorvoegsels dan wanneer het om het resultaat gaat. De voorbeelden kun je in de documenten hiernaast terugvinden. Deze keer gaan we het over de hulp- en koppelwerkwoorden hebben.
Eigen willetje
Ja, dat hadden we gedacht!
Vol goede moed begonnen we de hulp- en koppelwerkwoorden te verzamelen en die om te zetten naar een variant in het Ilireaans. ‘Kunnen’ is bijvoorbeeld athan, ‘willen’ is in²er²an en ‘worden’ is dorkan. Maar voor werkwoorden als ‘zullen’, ‘blijken’, ‘schijnen’ of ‘lijken’ hebben we nog geen Ilireaans woord gevonden. Dat heeft een aantal redenen. De belangrijkste: we kunnen het maar niet eens worden over deze werkwoorden. Tristan wil heel graag al deze werkwoorden als voorvoegsel gebruiken in zijn taal. Ik vind dat niet passen en ook het Ilireaans zelf heeft daar iets over te zeggen, alleen dát hebben we nou juist nog niet te pakken...
Een voorbeeld:
NL: kunnen - ik kan spreken
IL: athan - athen prlaszen of ath’prlaszen
NL: ik zou kunnen spreken
IL: n’f’ath’prlaszen (uitspraak: /nafathprlaasszjen/)
Een ander voorbeeld:
NL: willen - ik wil een boek schrijven
IL: in²er²an - in²er²en sriten Len²i of in’sriten Len²i
NL: ik zou een boek hebben willen schrijven
IL: n’f’tim’in’sriten Len²i of ??????
Dat kan natuurlijk heel goed. In het eerste voorbeeld neem je de stam en plak je die als voorvoegsel aan het werkwoord vast. In het tweede voorbeeld gebruik je de twee werkwoorden na elkaar en ze nemen de verbuiging over (dit heet congruentie). Of je neemt weer de stam en plakt die met de apostrof vast aan het hoofdwerkwoord. Het past in de eigenaardigheid van het Ilireaans dat je alles aan elkaar kunt plakken. Maar je ziet ook vraagtekens staan bij het laatste voorbeeld.
Zou hebben willen kunnen blijven
Het is een kenmerk van in ieder geval het Nederlands dat je een heleboel werkwoorden achter elkaar kunt plakken. Daar kun je leuk mee spelen:
“Je mag hier niet rond staan lopen hangen, hoor!”
“Ik denk dat een zin met minimaal vijf werkwoorden achter elkaar wel zou moeten kunnen worden geconstrueerd.”
“Ik weet zeker dat jullie de vlo zullen moeten hebben kunnen zien springen.”
“Opa zei snikkend: ‘Oma had willen kunnen blijven leren schaken.’”
Hoe we dit soort constructies in het Ilireaans moeten gaan omzetten, is ons een raadsel. Bovendien zijn we het niet eens. Tristan vindt het geen enkel bezwaar om dat ‘gewoon’ met de apostrof vast te plakken aan het hoofdwerkwoord. Ik zie daarin een knipplakwerkje van het Nederlands naar het Ilireaans en mijn taalgevoel zegt dat het niet klopt. Want laten we die laatste zin eens analyseren. Wat wordt er eigenlijk gezegd?
Als “oma had willen kunnen blijven leren schaken” dan spreekt daar een wens van oma uit in het verleden. Wij Nederlanders maken uit de constructie en de context op dat a) oma dood is of b) dat ze in ieder geval niet meer in staat is om het schaken onder de knie te krijgen.
Er is een situatie waarin oma lange tijd in de gelegenheid was om het schaakspel te leren (duur). Die situatie wijzigde (omslag, resultaat of tijdelijk resultaat) en daarom wenst oma nu dat de situatie niet was gewijzigd, zodat ze weer in de gelegenheid is om het schaakspel te leren.
Het woordje ‘had’ heeft een speciale betekenis, die we uit de context afleiden: omdat opa het zegt, snikkend nog wel, concluderen we dat oma het zelf niet meer kan zeggen en daarom overleden is.
Er zit nóg een subtiele betekenis in het woordje ‘had’, namelijk dat je kunt verwijzen met een verleden tijd naar een eventuele toekomstige gebeurtenis. Aan die toekomstige gebeurtenis zitten echter voorwaarden (oma moet nog leven; als ze nog leeft, moet ze het leren schaken nog willen; de gelegenheid (kunnen) moet er zijn; er moet tijd zijn (blijven)). Kortom, HOE ga je deze nuances overbrengen naar een niet-bestaande, niet-gesproken taal?
Niet door lukraak allerlei hulp- en koppelwerkwoorden achter elkaar te plakken. Bovendien heeft het Ilireaans aspect en daar hebben we al een grammaticale constructie voor. Een theoretische zin als die over oma zou in het Ilireaans ongeveer zo gereconstrueerd kunnen worden:
IL: N’f’nae’tim’[schaken] [oma] of eventueel als: n’f’nae’tim’[verlangen] [schaken] [oma].
En daarin missen we nog de nuances van het woordje ‘had’ zoals die in het Nederlands er zijn.
Compromis?
Tristans reactie op mijn analyse was: ‘Hm.’ En dat zegt genoeg...