Coronadagboek 2.0 - dag 27
10 januari 20212 - 3 minutenDe eerste weken van 2021 brengen we door in een totale lockdown: horeca, winkels, sport, theater en kapper zijn gesloten. Wat nog wel kan in de lockdown is filmpjes kijken, schrijven, wandelen, uitslapen, lachen, koken, videobellen of chatten met vrienden en mijn blogs lezen.
Zaterdag 9 januari 2021
Nu had ik vanmorgen een idee om over te gaan schrijven, maar dat ben ik nu weer kwijt. Als je geen aantekeningen maakt...
Vanmorgen knisperde het van de vorst, maar tegen de tijd dat we ‘up and about’ waren, was het alweer 5 graden boven nul. Ik ga zo meteen nog een rondje door de wijk wandelen. Intussen is vier vijfde van het haakwerk af, schiet een grote proefleesopdracht een beetje op en ga ik na het wandelen nog twee blogs schrijven. Ik wilde elke dag minimaal 500 woorden aan mijn roman schrijven, en dat ga ik doen ná de blogserie. Om in het ritme te blijven.
Ik lees op dit moment Sleuteloog van Hella Haasse. Haar schrijfstijl is zo soepel en prettig dat je eigenlijk niet door hebt dat je het verhaal
wordt ingetrokken. Voor je het weet ben je 20 bladzijden verder en wil je doorlezen.
Haar schrijfstijl is zonder opsmuk, maar vol elegant lopende en ritmische zinnen, overgangen die associatief maar toch volkomen logisch zijn. In Sleuteloog zit een bindende factor waar het hele verhaal aan opgehangen is: de ebbenhouten kist met documenten, foto’s, brieven en andere voorwerpen uit Nederlands-Indië. De kist kan niet open want de sleutel is zoek. De vertelster weet precies wat er in de kist zit en aan de hand daarvan schrijft ze haar levensverhaal en het verhaal van haar beste vriendin. De kist steeds laten terugkomen, heet een leidmotief, of oorspronkelijker “Leitmotiv”. Ik vind de Duitse term mooier. Het voorwerp dat een Leitmotiv wordt, wint aan zeggingskracht: de kist wordt een symbool voor weggestopte herinneringen, voor dingen die je niet meer wil oprakelen, hoewel tegelijkertijd geen kist zonder sleutel die herinneringen kan onderdrukken.
De wijk ligt er rustig bij. Bij sommige huizen hangen er nog lampjes, bij andere staat de kerstboom er nog. Die van ons is vanmorgen op wonderbaarlijke wijze uit onze tuin verdwenen, met dank aan de ijverige jongens of meisjes die hem hebben opgehaald. Hoeven wij het niet meer te doen. Het vriest, er ligt een vliesje over de sloten en de lichtjes weerkaatsen op het ijs. Het is niet donker genoeg om de heldere sterrenhemel goed te zien, alleen Orion is te onderscheiden en iets wat er met een snelheid doorheen flitst, maar geen vliegtuig is. Een satelliet waarschijnlijk, of het ISS. Er zijn geen mensen
op straat, zelfs geen hondenuitlaters, maar die gaan waarschijnlijk later op pad, zo tegen middernacht. Soms hoor ik de schrapende klompen van de buurman die zijn hond uitlaat. ’s Ochtends vroeg is het de beurt aan een andere buurman met een keffertje die de hele buurt wakker blaft, die hoor ik ’s avonds alleen grommend langs komen. Zien doe ik hen niet, de gordijnen zijn dicht en het verduisteringsluik eveneens. Om half 1 raast de laatste trein naar Den Helder voorbij. Hij stopt niet op het station hier, maar gaat in één keer door naar het noorden, waar hij blijft staan tot de dienstregeling weer begint. En zo is er weer een dag voorbij.
Пока!