De reclame van - nog een keer de Rijksoverheid (49)
3 december 20212 - 3 minutenVroeger, toen reclames nog tussen de programma’s uitgezonden en van elkaar onderscheiden werden door Loekie de Leeuw, tóen waren reclames nog te pruimen en zijn sommige zinnen onsterfelijk geworden in ons collectief geheugen of in mijn familie. Dit is deel 49 van een serie over reclameslogans die spreekwoordelijk zijn geworden.
De zin
De auto kan best een dagje zonder u.
De reclame
De Rijksoverheid heeft een paar goede slogans gemaakt in de loop der jaren. Dit is er ook eentje die bij menigeen is blijven hangen.
Ook in 1992 was milieu en gezondheid al een issue. Vóór de digitalisering (in 1992 was internet nog in opkomst) had de overheid wel meer campagnes lopen via de tv. Postbus 51 was vlak na de Tweede Wereldoorlog het daadwerkelijke postadres van de overheid. Later is het een merk geworden en nu is het opgegaan in rijksoverheid.nl.
‘De maatschappij, dat ben jij’
‘Wie is toch die man die op zondag het vlees komt snijden?’
Ook Rijksoverheid? Nee. Dit zijn slogans van SIRE, Stichting Ideële Reclame. Deze stichting is opgericht in 1967 door zes reclamemensen die vonden dat je reclame ook kon gebruiken voor meer maatschappelijke onderwerpen. Ze hebben ruim 90 succesvolle campagnes gevoerd, zo vertelt Wikipedia mij.
Het spreekwoordelijke gehalte
‘Dat is een chiwawa, hoor, dat zijn hele dure honden!’ is beter blijven hangen, dan de slogan zelf, zoals wel vaker bij reclames gebeurt. Je hebt ook nog een spotje met Theo, die met zijn auto even sigaretten wil halen op de hoek. De auto gromt naar hem en dan zegt Theo: ‘Happen naar de baas?’
Beide uitspraken resoneerden wel bij ons thuis en het ‘happen naar de baas’ werd al snel een gevleugelde uitdrukking als wij kinderen brutaal waren (of probeerden te zijn) naar onze ouders. Reken maar dat de angel meteen uit de discussie is als je vader ‘Happen naar de baas?’ gaat zeggen op dezelfde manier als in de spot. Natuurlijk waren wij voorgeprogrammeerd om dan te antwoorden met ‘Dat is een chiwawa, hoor, dat zijn hele dure honden.’ Inmiddels hebben jullie de dynamiek in huize Damen wel door, dacht ik zo.
Die auto stond bij ons trouwens de meeste tijd van het jaar voor de deur, alleen in de grote vakantie en naar verjaardagen van opa’s, oma’s en soms ooms en tantes, werd de auto uitgelaten. En mijn ouders fietsten of liepen altijd naar hun werk. Wij waren onze tijd ver vooruit...