Tekst met inktpatronen

De reclame van - Zeeuws meisje (45)

5 november 20215 minuten

Vroeger, toen reclames nog tussen de programma’s uitgezonden en van elkaar onderscheiden werden door Loekie de Leeuw, tóen waren reclames nog te pruimen en zijn sommige zinnen onsterfelijk geworden in ons collectief geheugen of in mijn familie. Dit is deel 45 van een serie over reclameslogans die spreekwoordelijk zijn geworden.

De zin
Geen cent te veel, hoor.

De reclame
De meeste reclamemerken zijn meer dan een eeuw oud. Zo ook deze margarine, aangeprezen door een meisje in klederdracht:
 

Het merk bestaat sinds 2000 niet meer, omdat het symbool was gaan staan voor een goedkoop (lees: tweederangs) product, zo lees ik op Wikipedia. Margarine kent een rijke geschiedenis. Een rondje klikken op het grote wijde web leer me het volgende:

De Limburger Willem Jurgens was boterhandelaar en reed met paard en wagen stad en land af om zijn boter te verkopen. Dat lukte aardig goed, want ook Engeland wilde graag Nederlandse (room)boter hebben. Om aan de vraag te blijven voldoen, importeerde Jurgens boter uit Duitsland en Zwitserland, maar die waren allemaal van andere samenstelling en kwaliteit. Om consistentie te krijgen, ontwikkelde hij mengmachines die alle boter mengden en vervolgens kon het gewenste product verder op weg naar de onverzadigbare klanten.

Dit was op den duur onhoudbaar, zowel figuurlijk als letterlijk, want de boter bedierf. Zoon Anton Jurgens legde zich toe op het maken van kunstboter, naar een recept van de Fransman Hippolyte Megè Mouriès. Zo ontstond in 1871 de eerste margarine. Natuurlijk waren er concurrenten. De familie van den Bergh ontwikkelde Blue Band en na een jarenlange strijd besloten de twee botervechters een unie op te richten: de Margarine Unie (hoe origineel). Omdat Engeland nog steeds een grote afnemer was, bemoeide die er zich ook mee. In 1930 fuseerde de unie met het Engelse Lever Brothers in, jawel, Unilever. Je kent de Lever Brothers onder andere van Sunlightzeep.

Zeeuws meisje is als naam gekozen om het landelijke karakter van Zeeland te laten zien. De slogan om de Zeeuwse zuinigheid te benadrukken. Dit laatste vonden de Zeeuwen niet zo leuk, want zo leek het net alsof alleen de Zeeuwen zuinig zijn. Volgens mij zijn alle Nederlanders zuinig, of, als je onze buren mag geloven: gierig. Een subtiel verschil.

Het spreekwoordelijke gehalte
Eigenlijk gaan alle reclameslogans over hoe voordelig het product is. Sommigen gaan over de kwaliteit en het vakmanschap, maar verreweg de meeste zetten de dagelijkse gebruiks- en etenswaren in een voordelig daglicht. Misschien heeft dit regelrecht naar de prijzenoorlog tussen de supermarkten geleid, wie weet, maar het “Geen cent te veel, hoor!” is een kreet die bij de Nederlander hoort.

Sterker nog, als je kiest voor een merk dat duurder is , ben je “een dief van je eigen portemonnee”. Die zogenaamde A-merken zijn nu eenmaal beter van kwaliteit en smaak dan de “prijspakkers” (dat is volgens mij ook een echt Nederlands woord). Zelf kies ik eerder voor smaak dan voor de prijs, tenzij ik geen verschil kan proeven tussen de twee producten. Dan gaat het om zoiets ongrijpbaars als ‘uitstraling’ of ‘wat voor gevoel je bij het merk krijgt’. Nee, marketing is geen exacte wetenschap!

Hoe dan ook. “Geen cent te veel, hoor” is een slogan die ooit in het collectief geheugen van Nederland zat, maar nu langzaam verdwijnt. Net als de klederdracht. Schamen wij ons daarvoor of zo? Blijkbaar wel, want Zeeland is erg hard bezig om de associaties met blonde meisjes met blauwe ogen te vervangen door ‘Zeeuwse meisjes’ van allerlei genderidentiteiten en kleur. Dat zal vast een oké-stempel krijgen voor inclusiviteit, hoewel ik daar nog wel wat kanttekeningen bij kan plaatsen (hoe inclusief ben je bijvoorbeeld als je je eigen identiteit het ondergeschoven kindje maakt? Maar dat is een discussie voor een andersoortige blog.)

Met het “Geen cent te veel, hoor” krijg ik steevast een associatie met het eveneens spreekwoordelijke: “De vis wordt duur betaald”. Dat komt uit het toneelstuk Op hoop van zegen van Herman Heijermans en wordt gezegd door Kniertje. Ooit, lang geleden, heb ik dit toneelstuk voor Nederlands moeten lezen, in de les, waarbij de rollen werden verdeeld onder mijn klasgenoten en mij. Ik was Kniertje, misschien dat ik het daarom heb onthouden. Geen idee. Het heeft ook weinig te maken met Zeeland, of het moet de associatie met zee en water zijn en dat het zo oer-Nederlands is. 

In ieder geval denk ik dat er nooit iets zó goedkoop kan zijn, of er moet elders in de leveringsketen 
of verleden iets waardevols verloren zijn gegaan.

Delen op FaceBook Delen op LinkedIn Delen op Twitter