Tekst met inktpatronen

De reclames van - Calvé Pindakaas (05)

29 januari 20212 - 3 minuten

Vroeger, toen reclames nog tussen de programma’s uitgezonden en van elkaar onderscheiden werden door Loekie de Leeuw, tóen waren reclames nog te pruimen en zijn sommige zinnen onsterfelijk geworden in ons collectief geheugen of in mijn familie. Dit is deel 5 van een serie over reclameslogans die spreekwoordelijk zijn geworden.

De zin
‘Ik vind ’t gewoon lekker.’

De reclame
De überschattige Laurens Bon sprak in 1984 op 3-jarige leeftijd de legendarische woorden ‘Mijn moeder zegt dat het goed voor me is, omdat er zoveel vitamientjes in zitten. Stom, hè. Ik vind het gewoon lekker.’ ‘Vitamientjes’ werd ‘pitamientjes’ en ‘gewoon lekker’ verbasterde hij tot ‘woon lekker’. 
 

Calvé won diverse prijzen met zijn pindakaasreclame. Laurens Bon werd onsterfelijk in zijn optreden als Petje Pitamientje, zelfs nadat de Telegraaf berichtte (en weer rectificeerde) dat hij was overleden in een auto-ongeluk. Bon leeft gelukkig nog, maar zal zijn eigen kinderen nooit voor de camera zetten, zo staat er in een interview in Veronica Magazine. De negatieve kant van bekendheid heeft hij iets te nadrukkelijk ervaren.

Calvé heeft nog meer succesvolle pindakaasreclames laten maken, onder andere met voetballer ‘Pietertje’, die er niets van bakt. Als hij op de bank zit en een boterham met pindakaas eet, komt ‘Pieter van den Hoogenband - 7 jaar’ in beeld. Enige algemene kennis is hier wel nodig (Hoogenband won goud op de Olympische Spelen met zwemmen), maar het aaibaarheidsgehalte van de reclames is bij Calvé ongekend hoog. 

Het spreekwoordelijke gehalte
Weinigen hebben het in Nederland over vitaminen, maar meestal over pitamientjes. Liefst uitgesproken met een kinderlijk stemmetje lezen we de verpakking hardop voor dat er ‘pitamientjes’ A, B12, C of D in zitten. Pitamientjes slaat allang niet meer op pindakaas of voedsel, we kunnen ook ‘pitamientjes’ opdoen in de vakantie, de zogenaamde pitamine V of Z (van zon), of als ene volwassene vragen aan de andere volwassene of ze wel voldoende pitamientjes binnenkrijgt.

Het kinderlijke gehalte blijft er toch een beetje (als pindakaas) aan kleven. Het werkt net zoals het woord ‘dinnie’. Een tijdje terug was het ineens in om als vrouw van in de 40 of ouder je beste vriendin ‘dinnie’ te noemen. ‘Ik ga een bakkie met mijn dinnie doen.’ Aan zo’n dinnie kon je ook vragen of ze haar pitamientjes wel binnenkreeg in het moeilijke jaar 2020. Mocht deze taalontwikkeling doorzetten, dan krijgen we vast nog meer infantiele uitdrukkingen, waarop we dan verontschuldigend mogen zeggen: ‘Stom, hè? Ik vin ’t woon lekker.’

In mijn familie vliegen de pitamientjes soms nog om je oren, vooral als de jongere neefjes en nichtjes op bezoek zijn, die nog in de kindertaalleeftijd zijn. Dan mag het. De context begrijpen ze helaas niet meer; ik moest mijn kinderen uitleggen waarom ik ‘pitamientjes’ zei en niet ‘vitaminen’. Ze zagen de humor en de schattigheid er niet van in. Toch deze reclamespot maar weer eens uitzenden, want de wereld kan wel weer wat schattigheid gebruiken.

Delen op FaceBook Delen op LinkedIn Delen op Twitter