De Woordenspuwer: doemdenken
28 oktober 201910 - 15 minutenDit is aflevering 4. Van sommige woorden denken we dat ze altijd al in de taal aanwezig waren, zoals bij 'doemdenken'. Toch zat er een brein achter dit woord: het is bedacht. En wel door Kees van Kooten van het duo Van Kooten en De Bie.
Er zijn meer woorden door schrijvers, cabaretiers of andere invloedrijke mensen in de taal gekomen. Zoals droogstoppel, een 'saai, vervelend mens' (aldus Van Dale). Het woord komt van het personage Batavus Droogstoppel uit Max Havelaar van Multatuli. Dat is algemeen bekend. Minder bekend is misschien het woord minkukel, dat ook in Van Dale staat en dat Marten Toonder in zijn Olivier B. Bommelverhalen bezigde. Het betekent overigens volgens het woordenboek: “dom persoon, iem. die in intellectueel opzicht ondermaats is, syn. sukkel”.
Al lang bestaand, toch?
Doemdenken is nog maar 40 jaar oud. Van Kooten en De Bie bedachten het woord om de algemene sfeer in Nederland in de jaren 80 in één woord te vangen. In een uitzending van het Simplisties Verbond gooiden ze het er een paar keer in hun gesprekken en het nam meteen de benen: binnen de kortste keren sprak heel Nederland over doemdenken. Het betekent (en ik citeer uit het boekje Jemig de Pemig van Ewoud Sanders): “het koesteren van een uitgesproken sombere toekomstverwachting”.
Het woord zou zo weer van stal kunnen worden gehaald en op de huidige tijd kunnen worden geplakt, ware het niet dat doemdenken toch een associatiesfeer heeft met het uitbreken van de Derde Wereldoorlog, waar velen in de jaren 80 van de vorige eeuw bang voor waren. Toen zaten er immers ook een stel halve garen aan het roer in Amerika en de Sovjet-Unie met elk een rode knop voor het lanceren van kernraketten onder handbereik. Ik doemdenk vaak over de klimaatcrisis, maar op een of andere manier dekt dat de lading niet. Een nieuw woord is geboden!
Invloed van Van Kooten en De Bie
Doemdenken veroverde al snel Nederland en kreeg tal van eigen samenstellingen: doemdenk-actiefilms, doemdenkerij, doemdenkprofeet, getto-doemdenkers. Het woord kreeg ook een terugwerkende kracht voor zaken die vóór 1980 plaatsvonden, dus kon je ineens spreken van “het literaire doemdenken van de jaren dertig” (ook weer geciteerd uit Jemig de Pemig).Van Kooten en De Bie zijn verantwoordelijk voor meer gevleugelde uitspraken in het Nederlands. Wat dacht je van regelneef (vaak in combinatie met geilneef), een typetje van Van Kooten. Of dameswensen, positivo en natuurlijk oudere jongere en krasse knarren. Maar er zijn ook hele zinsneden blijven hangen: fysiek is altijd psychisch, goed kauwen, dat je eten gelijkmatig
in je bloed komt (een uitspraak die het beter doet in het plat Haags: goet kâwe, dat je ete glijkmâtig i-je bloet komp). In mijn familie is daar ben ik voor behandeld spreekwoordelijk geworden, maar die heeft het collectieve geheugen van Nederland dan weer niet gehaald.
Neologismen in de fudge
Doemdenken is een neologisme. Het vormen van nieuwe woorden gaat zover terug als de zestiende eeuw, toen de taalpuristen alle leenwoorden wilden omzetten naar een Nederlandse variant. Simon Stevin is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor woorden als wiskunde (in plaats van mathematica), middellijn (al uit 1586!) en driehoek. Ook vele grammaticale termen zijn vernederlandst: meervoud in plaats van pluralis, onderwerp in plaats van subiectum. En het is dat de namen van de geleerde heren op Wikipedia staan, want nu weten we echt niet meer dat grammaticaschrijvers als Spiegel en Coonhert verantwoordelijk zijn voor deze termen.
Elk jaar wordt er een lijst met neologismen samengesteld, maar niet elk nieuw samengesteld woord haalt het woordenboek of beklijft. Daarvoor wordt de FUDGE-test gebruikt. FUDGE staat voor:
- Frequency (hoe vaak het woord wordt gebruikt),
- Unobtrusiveness (het woord mag niet te veel opvallen),
- Diversity of users and situations (het woord wordt door alle sociale klassen gebruikt en voor verschillende situaties),
- Generation of forms and meanings (het woord gaat een eigen leven leiden en brengt zelf nieuwe woorden voort) en
- Endurance of the concept (het woordbegrip blijft bestaan).
Doemdenken is typisch een woord dat aan al deze kenmerken voldoet. Het werd in korte tijd vaak gebruikt, het was alsof het woord er altijd al was geweest, je kon het toepassen op jaren 80-problematiek, maar ook op zaken uit voorgaande eeuwen, het woord heeft een hele reeks afleidingen voortgebracht en het begrip kan ook nu nog worden toegepast. Een geslaagd neologisme dus.
Bronnen:
Jemig de Pemig - Ewoud Sanders
Algemene site van Van Dale
De taal van Marten Toonder (Wikipedia)
Over neologisme (Wikipedia)
De FUDGE-test (Wikipedia)