De Woordenspuwer: ibbelig
12 januari 202010 - 15 minutenDit is aflevering 9. “Ik word daar helemaal ibbelig van,” zei ik een keer tegen mijn man. Hij dacht dat ik dat woord had verzonnen, maar het staat gewoon in de Van Dale. Maar wat moet een Haagse met een Amsterdams woord?
Amsterdamse school
Ibbelig klinkt alsof er honderden kriebelige beestjes over je huid lopen en je ze niet weg kunt slaan omdat je handen zijn gebonden. Vandaar dat ik van het woord alleen al kregel, iebelig of iebel word. Het is een typisch Amsterdams-Jiddische uitdrukking en verklaart waarom mijn man hem niet kende: hij is dan wel geboren in Amsterdam, dat heeft geen invloed gehad op zijn woordenschat. Ik kom daarentegen uit Den Haag, maar heb deze woorden wel meegekregen.
Daar zijn onze moeders debet aan. Die zaten in Amsterdam bij elkaar in de klas, maar daar waar mijn moeder woorden als ibbelig en achenebbisj meenam naar Den Haag, liet mijn schoonmoeder deze ‘straattaal’ lekker in Amsterdam. Uit haar mond geen dialect en hoewel ze minstens 40 jaar in Groningen heeft gewoond, hoor ik haar nooit “Ben je nog wat nodig” zeggen. Dat is ook een uitdrukking om ibbelig van te worden, trouwens.
Duitse school
Het Jiddisch was oorspronkelijk geen straattaal. De taal ontstond tussen de 10e en 13e eeuw als Joodse omgangstaal in het Rijnland, waar het volk zich na de val van het Romeinse Rijk vestigde. Ze namen al snel de taal van de al aanwezige bewoners over: het Duits, of preciezer: het Middelhoogduits. Groot verschil met de omgeving was dat de Joden konden lezen en schrijven. Ze schreven in het Hebreeuwse alfabet, maar de taal zelf is Germaans. Het Jiddisch was doorspekt met Hebreeuws en Aramees, later kwamen daar Frans en Arabisch
bij. Door de vervolgingen in de 14e eeuw (kruistochten) is er een splitsing ontstaan tussen Oost- en West-Jiddisch. In de 17e en 18e eeuw zetten de Joden hun eigen Jiddisch weg als minderwaardig; ze vonden de taal jargon (merk op dat dit woord toen ‘Bargoens, dieventaal, geheimtaal’ betekende) en in de 20e eeuw werd na de Wereldoorlogen de taal nog meer in de marge gedrukt. In de Verenigde Staten wordt Jiddisch nog gesproken en neemt nu ook Engelse elementen op.
Amsterdamse school revisited
Ook in Amsterdam raakte de taal zijn status in de 17e en 18e eeuw kwijt en werd geassocieerd met de penoze en het Bargoens. Dat laatste was een echte dieventaal (een sociale taalvariëteit van het Nederlands, zoals dat officieel heet) en nam veel woorden uit het Jiddisch over, zoals gajes, mokkel, kapsones, gozer, maar ook smoes, tof en lef, woorden die je nu niet meer met Bargoens of Jiddisch associeert. Het resultaat was dat het Jiddisch noodgedwongen een straattaal werd.
Gabber, bonje, poen en kachel zijn de Bargoense (en oubollig aandoende) tegenhangers van matti, fitti, floes en kleppie, taal die je tegenwoordig op straat hoort. En in tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, namelijk dat de sprekers van de huidige straattaal een slecht soort Nederlands bezigen, is (meer)talig zijn een voorwaarde. Om straattaal goed te kunnen gebruiken, moet je namelijk kunnen lezen en schrijven. Vloeiend. Niet alleen in het Nederlands, maar ook in nog een handjevol andere talen. Engels, Sranantongo, Marokkaans en Turks bijvoorbeeld. Soms is een spoedcursus Antilliaans en Papiamento ook nodig.
Rotterdamse school
Een voorbeeld uit het gedicht mi have een droom van Ramsey Nasr (zie bronnen). Wullah, poetry poet, let mi takki you 1 ding is de eerste zin. Daarin staan wullah (Arabisch, ‘ik zweer het je’), poetry poet, let mi en you (Engels, ‘dichter’, ‘laat me’ en ‘jou’), takki (Surinaams Engels ‘praten, zeggen’) en 1 ding (Nederlands). Alstublieft!
Verderop in het gedicht lezen we: loperdelopi door di stad. Je begrijpt de zin, er wordt door de stad gelopen. Op een speciale manier. Loperdelopi is het typische spelen met taal wat ook in straattaal gebeurt. Je kunt het vergelijken met opperdepop, maar dan voor volwassenen. Ja, om ibbelig van te worden. Bedenk dan maar dat die gabbers mies klinken maar echt niet mesjogge zijn: straattaal is je reinste poëzie...
Bronnen:
Lingua - Gaston Dorren
Achenebbisj
Iebel
Over het Jiddisch
Jiddisch (Wikipedia)
Over het Bargoens (Taalschrift)
Straattaalwoordenboek
Bargoens woordenboek
Integreren met straattaal
Mi have een droom