Etymologisch woordenboek plus letter R

De Woordenspuwer: roede

14 Mei 202010 - 15 minuten

Dit is aflevering 18. Voordat de gestandaardiseerde meter in Nederland werd ingevoerd (1820), had elk land en zelfs elke streek zijn eigen lengte-, oppervlakte- en inhoudsmaten. Iets wat je moet weten als je je met etymologie bezighoudt.

Een duik in de geschiedenis
Een duim en een el zijn algemeen bekend. Een duim is de lengte van een (mannen)duim en varieert zo tussen de 2,4 en 2,7 cm. De inch is ervan afgeleid. Een el is de lengte van een onderarm van ongeveer 69,4 cm. Omdat elke arm anders is, werd in 1725 de el al gestandaardiseerd op de Haagse el van 69,4 cm. Zo kon je minder makkelijk sjoemelen met het verkopen van bijvoorbeeld stof.
Een voet is 0,3 meter lang, ofwel een stoeptegel. Een vierkante voet mat 1,1 vierkante meter in Rijnland en 0,414 vierkante meter in ’s Hertogenbosch.

Etymologisch gezien is een duim een zwelling, omdat het afstamt van het Latijnse woord tumere dat ‘gezwollen zijn’ betekent. Het heeft ook de woorden dij en tumor opgeleverd. El gaat terug op het Latijnse ulna. Voet komt natuurlijk van het Latijnse pes en het Griekse podos.

„ roede ”

Zowel het een als het ander
Een roede is zowel een lengtemaat als een oppervlaktemaat, om het meteen maar makkelijk te maken. Een roede was tussen de 3,5 en 4 meter, afhankelijk van waar je was. Het woord roede komt van het Oudnederlandse ruoda ‘stok, roede’ (10e eeuw) en ging later (rond 1240) ook ‘twijg’ en ‘bundel twijgen’ betekenen. In 1274 is de eerste zin opgetekend waarin gesproken wordt van een stuk land van “vier jmeten lans ende xxxviii roede”, dat wil zeggen ‘vier gemeten land en 38 vierkante roede’. De roe van de sinterklaasliedjes komt ook hiervandaan.

Leuk weetje voor mijn stadsgenoten: er bestond een Schager Koggeroede, die uiteenviel in of samengesteld was uit een Westvriesche Zeedijkroede (3,77 Nederlandse (= Haagse) el (dus 3,77 x 69,4 = 261,64 cm)), een Basingerhornsche Zeedijkroede (3,48 Nederlandse el, reken de rest zelf maar uit) en een Haringhuizer Zeedijkroede (3,42 Nederlandse el). Ook kon je rekenen met een Texelsche Dijksroede en die mat dan weer 16 voet en dat kwam weer overeen met 5,23 Nederlandse el. Mij duizelt het al, jullie? En waarom er zoveel verschil in maten zit op een klein stuk land is me ook een raadsel. Wie het weet, mag het zeggen!

Aan de oppervlakte
Door met oppervlaktematen: in een dagwand gingen 100 roedes en een bunder land was 4 dagwanden. De oppervlakte van een dagwand kwam overeen met de hoeveelheid land die in één dag kon worden omgeploegd of omgewend, want dagwand komt van de woorden dag en wenden.

Een gemet was een oppervlaktemaat en mat 8616 vierkante meter, in dit geval de Rijnlandse gemet. Schouwse en Vlaamse gemeten hadden andere maten, maar één gemet was 300 roedes van 12 voet, dat weer een halve morgen was, dat gelijk stond aan 1 dagmaaiend (of dagwand), waarin 3 hont ging (hont komt van honderd, waarschijnlijk van 100 roedes). Het woord gemet komt nog terug in de naam van het

Woordwolk R

Zuid-Hollandse eiland Tiengemeten, dat logischerwijs zo heet omdat het zo groot was. Met of mete is altijd (dat wil zeggen voor zover de etymologie terug te leiden is) een woord voor een maat in het algemeen of een landmaat in het bijzonder geweest.

Een morgen is een oppervlaktemaat van iets minder dan 1 hectare. Het was de hoeveelheid land die omgeploegd kon worden op - inderdaad- een morgen. Wikipedia geeft nog aan dat de verhouding tussen bijvoorbeeld een bunder en een morgen vast kon staan: twee bunder is drie morgen.

Duister
Het woord morgen voor een oppervlaktemaat komt van morgen met als betekenis 'eerste deel van de dag'. In het Oudnederlands luidde dat morgan, wat weer verwant is aan marka- ‘verduistering’ uit het Sanskriet. In andere Indo-Europese talen hebben verwante woorden ook de betekenis ‘schemering’. Tegenwoordig bedoelen we de periode ná de schemering tot aan het middaguur (waarop de zon het hoogst staat) en 'de volgende dag' (ook weer ná de schemering, misschien is dat een verschuiving geweest?).

In 1820 werd het metrisch stelsel ingevoerd (godzijdank!) en sinds 1960 wordt het SI-stelsel (International Stelsel van Eenheden) gebruikt om alle verwarring de wereld uit te helpen. Met rekenen is dat best prettig, maar we verliezen er wel een paar mooie woorden door.

Bronnen:
Oude maten
Oude lengtematen
Oude oppervlaktematen
Oude maten (dbnl), scroll naar pagina 13
Oude Nederlandse maten (Meertens Instituut)
Roede
Duim
El
Voet
Dagwand
Gemet
Morgen

Delen op FaceBook Delen op LinkedIn Delen op Twitter