De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje en Mene tekel - Nescio
6 april 20205 - 10 minutenOp nummer 4 in mijn boeken-top 5 staat Nescio. Het boek dat ik heb is een zeventiende druk uit 1977 en bevat Mene tekel, een verhaal dat bij eerdere edities ontbreekt. Ik heb een beduimeld afgeschreven bibliotheekboek dat ik koester. Hoe actueel zijn de verhalen na 100 jaar nog?
Als “Voorbericht bij den tweeden druk” staat dat het werk abusievelijk aan een ander was toegeschreven en dat de schrijver zich gedwongen voelde om zijn naam bekend te maken. Nescio is Jan Hendrik Frederik Grönloh (1882 - 1961). In 1902 en 1903 was hij betrokken bij de oprichting van een idealistische commune in de buurt van Huizen. Toen dat mislukte, leidde hij verder een rustig leven in Amsterdam, had een aantal kantoorbanen en werkte zich in het bedrijf Holland-Bombay Trading Company op. Hij was getrouwd en kreeg vier dochters.
Thematiek
Het leven van Nescio had direct invloed op zijn werk. Het idealisme, de wereld willen verbeteren, het totaal anders willen doen dan de bourgeoisie, neerkijken op die bourgeoisie zijn thema’s in al zijn verhalen. Maar ook het niet kunnen halen van die idealen stond voor hem bij voorbaat al vast. Vooral in Titaantjes komt dit tot uitdrukking in het landerige gedrag van de vriendengroep. Het enige wat zij lijken te doen is uitkijken over de zee of rondhangen op een zolderkamer waar een papieren deur hen scheidt van de andere bewoners van het pand. Ze lijden honger, kou en praten ondertussen over God, meiden en waarom ze saaie kantoorbaantjes hebben aangenomen.
Het is aandoenlijk na honderd jaar dit soort gesprekken te lezen. Vooral omdat wij in weelde baden en helemaal niet weten wat het is om honger te lijden of om voor een schijntje documenten te moeten kopiëren, iets wat een computer nu makkelijk in twee minuten heeft gedaan. Toch spreekt de weemoed, het verlangen naar vergezichten en het idealisme nog altijd tot de verbeelding. Het landerige nietsdoen, een rebellie van de hoofdpersonen, zou vandaag de dag ook als rebellie gezien kunnen worden: de perfecte daad tégen de 24-uurs economie. Als we als 21e eeuwse mens maar het zitvlees hadden. Koekenbakker en zijn kornuiten hadden het, en ik ben jaloers.
Stijl
Nescio’s schrijfstijl is eenvoudig, ontdaan van alle franje en schuurt dicht tegen de spreektaal aan. In zijn tijd werd deze stijl allesbehalve mooi gevonden, gewend als men was aan de stijl en krullerige taal van Frederik van Eeden en Louis
Couperus. Het heeft dan ook lang geduurd voordat Nescio’s stijl werd gewaardeerd. Niet toevallig kwam dat op in de jaren zestig van de vorige eeuw, waarin er openlijk geschopt werd tegen alle heilige huisjes. En niet toevallig valt deze waardering samen met de opkomst van de naoorlogse Amerikaanse literatuur waarin ook de lagere klassen worden beschreven in alledaagse bewoordingen. Denk aan Catcher in the rye van J.D. Salinger of The old man and the sea van Ernest Hemingway.
Het ‘kale schrijven’ is sindsdien niet meer weg te denken uit de literatuur, zowel de Engelstalige als Nederlandstalige. Moderne schrijvers als Arnon Grunberg, Maartje Wortel en Sanneke van Hassel bedienen zich ook van dit make-uploos proza.
Het verschil met Nescio’s stijl en die van tegenwoordig is dat de sfeer die het ademt volledig tegengesteld is. Waren de personages van Nescio nog vol ontzag over de schepping Gods, zelfs zo vol ontzag dat de schilder onder hen, Bavink, geen streep op doek kreeg, want hij kon God toch niet evenaren en het daarom ook maar niet probeerde; waren zij nog vol idealen over betere tijden, vol plannen om ‘het helemaal anders te doen’, terwijl ze diep in hun hart wel wisten dat het toch niet zou lukken en lag de weemoed op de loer, hand in hand met de berusting, zo zijn de ‘ik’-figuren in de moderne literatuur gespeend van elk idealisme, van elk ontzag voor God en zijn zij vooral in conflict met zichzelf en hun omgeving. Het levert kil en vaak pijnlijk proza op. Twee manieren om eenzelfde boodschap over te brengen? Dat betwijfel ik. Veel liever ben ik een Titaantje dat tenminste probeert de hemel te bestormen en faalt, dan een personage dat gevangen zit in zichzelf en de schrijfstijl van zijn schepper.
Bronnen:
Nescio op Wikipedia